Henk Klein Gunnewiek maalt in grote zakken van een mud.

Molenaar Henk Klein Gunnewiek laat op een foto zien hoe Vragender er een eeuw geleden uitzag: een karrenspoor, vlakke akkers, de kerk en net aan de rand van het dorp een molen. Die molen staat er nog steeds, de kerk ook. Maar de zandweg en de akkers maakten plaats voor een verharde weg en bebouwing. Dat had gevolgen voor de molen.

Henk Klein Gunnewiek maakte de transformatie van dichtbij mee. Hij nam de molen in het Achter-hoekse Vragender over van zijn schoonvader Frans Gunnewiek die hem had overgenomen van zijn vader Toon en die weer van zijn vader. Sinds 1881 is de molen familiebezit, maar hij is al ouder. In 1862 liet de familie Weijenborg hem bouwen en noemde hem op zijn Achterhoeks Weijenborgs Mölle. Een korenmolen was het. Er werd rogge, gerst, tarwe en haver mee gemalen. Een groot deel van het meel werd gemengd tot veevoer. Boeren kwamen zelf hun graan brengen. Als het hard waaide en de molen draaide, konden ze soms op hun bestelling wachten, anders moesten ze later terugkomen. De wind was altijd een onzekere factor en dat maakte het leven van een molenaar erg onregelmatig. “Mijn schoonvader vertelde weleens dat er “Toen de dieselolie een halve cent per liter duurder werd, schakelde de molenaar meteen weer over op windenergie. Dat kostte namelijk niks. Het einde luidde echter meteen een nieuw begin in, want schoonvader Frans wilde per se opnieuw beginnen. “Net als zijn broer Jan was hij gek van molens.”

De nieuwe molen kreeg een ander uiterlijk. De lage grondzeiler van toen, waarbij de wieken tot vlak over de grond raasden en de constructie vanaf de grond te bedienen was, paste niet meer in de veranderde omgeving. Door de toegenomen bebouwing ving die niet genoeg wind meer. Vandaar dat de nieuwe molen op een onderstel van tien meter hoog werd gebouwd: een zogenaamde stellingmolen. Veel onderdelen werden van elders aangevoerd. Zo kwam de romp van een gesloopte molen uit Stedum in Groningen. De nieuwe molen kreeg ook een nieuwe naam: De Vier Winden. Er werd zoveel mogelijk op wind gemalen, naast het gebruik van de dieselmotor. Veevoer was nog steeds de belangrijkste business tot schoonvader Frans in 1974 besloot zich te richten op consumptiemeel voor bakkerijen. De gebroeders splitsen hun bedrijf op: Frans deed de molen, Jan ging door met de veevoerfabriek. “Vroeger was dat heel gewoon, nu is het een unieke combinatie.”

Intussen was Henk getrouwd met Marian, de dochter van Frans. Het was niet eens de bedoeling tot de beoogde opvolger op jonge leertijd onverwacht overleed. Toen rees de vraag of Henk op de molen wilde komen. Hij was eigenlijk timmerman, maar zei na enig nadenken toch ‘ja’. “Ik heb er nooit spijt van gehad.” De werking van de molen had Henk vrij snel onder de knie, net als de taal van de wieken. “Je had de rouw- en de vreugdestand. Als in het dorp iemand was overleden, zette je gedurende zes weken de onderste wiek iets voorbij het midden stil. Dat heette een gaande stand, het leven was gedaan. Bij vreugde, zoals een trouwerij of geboorte, zette je de onderste wiek iets vóór het midden stil. Dat was een komende wiek, alles in het leven moest nog komen.” Dit gebruik van de wieken is er nog steeds. Het inschatten van hel weer vond Henk het lastigst om te leren. “Er was nog geen buienradar. Op de radio had je wel het weerbericht maar dat zei niets over het weer ter plekke. Mijn schoonvader moest er daarom niets van hebben. Hij zei altijd: je kunt het toch zien, hel staat up een prentje!” Henk moest nog leren het te zien, maar gaandeweg werd ook hij een kenner van wind en wolken. “Als de wieken draaien, moet je constant de lucht in de gaten houden. Kans op buien? Onweer? Windstoten? Die moet je namelijk vóór zijn, want als je tijdens een onverwachte storm de molen nog stil moet zetten, ben je eigenlijk te laat.” Het is hem wel eens overkomen, daar niet van, want het weer kan razendsnel omslaan. “Wat je dan moet doen? Kruien: zo snel mogelijk de wieken uit de wind draaien.” Hij vertelt, legt uit, klopt af en toe een vleugje meel van zijn mouwen. Hij is 66 jaar en eigenlijk met pensioen. Het bedrijf is overgenomen door George Pijnappel. Daarmee verdwijnt het vak uit de familie, maar voor Henk is het belangrijker dat de molen blijft malen. Twee dagen per week helpt hij nog mee, want net als zijn schoonvader werd hij molenaar in hart en nieren. “Het is heel bijzonder om te werken met zo’n oud werktuig en met de natuur.”

Tekst: Margreet Welink     Fotografie:  Lode Greven

Bon:  Landleven; inspiratie voor Buitenwonen & Buitenleven.   Meer info op:  Landleven.nl                                                           Of via klantenservevice: tel: 314 – 358 357

 

Korenmolen “De Vier Winden” heeft een breed assortiment graan- en meelproducten.

Tevens verkopen we diverse broodbakmixen, cakemixen, noten en tropische zuidvruchten. Ook op aanvraag kunnen wij voor u diverse meelmixen maken. Neem hiervoor gerust contact met ons op.

Een deel van ons assortiment is verkrijgbaar bij de COOP Supermarkt in Beltrum. O.a. Kruidkoekmix, Achterhoekse Cakemix, Appelplaatkoekmix, Achterhoekse molenmuesli, Achterhoeks Pannenkoekmeel, Achterhoeks volkoren Pannenkoekmeel, Achterhoeks vijfgranen pannenkoekmeel en Spelt pannenkoekmeel.

Korenmolen “De Vier Winden”
Winterswijkseweg 12-14
7134 ND Vragender
0544 – 37 28 81
korenmolendevierwinden@hetnet.nl