Info: de Gelderlander. Editie de Achterhoek Foto: Theo Kock

Het magazijn van klompenfabrikant Nijhuis in Beltrum had eigenlijk half leeg moeten zijn. Door de ingestorte toeristenmarkt worden er echter nauwelijks klompen of houten tulpjes als souvenir verkocht. ,,De Keukenhof is dicht, de Zaanse Schans is niks, van de 150 winkels waar we in Amsterdam aan leveren, redt de helft het niet”, constateert directeur Paul Nijhuis (foto). En toch worden er in de fabriek even buiten Beltrum in bijna hetzelfde tempo klompen gemaakt. In alle maten, van piepklein voor aan de sleutelbos tot supergroot. ,,Als de klanten niet naar Nederland komen ga ik naar ze toe”, zegt Nijhuis (68). ,,We zijn actief in Duitsland en Frankrijk, in Zwitserland, Oostenrijk, Engeland, in grote winkelketens.”

Nadat corona zich begin dit jaar aandiende en de toeristen wereldwijd thuisbleven, riep Nijhuis zijn medewerkers bij elkaar. ,,Ik zei: ‘We gaan produceren’. Het hout ligt er, de machines hebben we, de mensen lopen er. We krijgen overheidssteun in de loonkosten, we gaan voorraad opbouwen. Dat verkopen we wel, ook al is het over twee jaar.” De klompenfabriek heeft ook een reeks goede jaren gedraaid waar het nu de vruchten van plukt. Nijhuis: ,,We kunnen het wel uitzingen zonder gedwongen ontslagen.”

VERVOLG VAN EERSTE REGIOPAGINA SJOERD VAN DER WERF
Het is niet alleen maar klomp dat de klok slaat in Beltrum: vooral het bosje houten tulpjes dat de klompenfabriek ook maakt is wereldwijd goed te verkopen, zegt directeur Paul Nijhuis. ,,We zoeken nu twee commerciële mensen, die hun talen beheersen. Ik hoop ze in november aan het werk te hebben. Voor de export.”

Met 25 mensen op de loonlijst – en in China nog eens 60 – is Nijhuis Klompen uit Beltrum de grootste klompenproducent ter wereld. Volgens de Nederlandse Vereniging van Klompenmakers ook de beste: voor de tiende achtereenvolgende keer is de Zilveren Klomp aan Nijhuis en zijn personeel uitgereikt, de negentiende keer in totaal.

In Beltrum maakt de gewone houten klomp een steeds kleiner deel uit van de omzet van de klompenfabriek. Er worden jaarlijks 150.000 paar gemaakt – dat waren er ooit 660.000. Het assortiment werd daarom uitgebreid met stoffen klompen: pantoffels in de vorm van het houten schoeisel. Geproduceerd in China, verkocht via Beltrum.

De gewone klomp maakt nu nog 20 procent deel uit van de omzet, 80 procent komt uit de toeristische markt. Enkele jaren geleden ontwikkelden Nijhuis en zijn team de houten tulp: een steel van bamboe met daarop een blad en een bloem. Die laatste twee worden 24 uur per dag geproduceerd in acht zelf ontwikkelde houtbewerkingsmachines.

Het tempo, vorig jaar een paar miljoen stuks, ligt door corona iets lager: op zaterdag en zondag staan de machines nu tijdelijk stil. Het houten fabricaat gaat naar China, wordt daar geverfd, gedecoreerd, verpakt en komt dan weer terug. Nijhuis: ,,En hier worden ze in Giethoorn weer verkocht. Aan Chinezen, die ze weer mee naar huis nemen.”

Info: http://nijhuisklompen.nl