Beltrumse club bromt al vijftien jaar

Enkele leden van Bromfietsclub Beltrum. Foto: Henri Walterbos  Info: Groenlose Gids. Door: Henri Walterbos

Het voorjaar doet langzaamaan zijn intrede. Het eerste voorjaarszonnetje is zichtbaar en inmiddels ook voelbaar. Tijd voor liefhebbers van allerhande gemotoriseerde tweewielers er groepsgewijs op uit te trekken. Zo ook Bromfietsclub Beltrum die op 29 maart haar eerste officiële activiteit in haar jubileumjaar plande. Tot corona roet in het eten gooide: deze openingsrit wordt verplaatst tot een later te bepalen datum. “Het was een vriendenclub uit Beltrum met als drijvende kracht en techneut Hennie ‘de Helmer’ Klein Gunnewiek die de club in 1998 oprichtte. Zij reden hoofdzakelijk Kreidler. Nadat ze al zeven jaar samen reden besloten ze Bromfietsclub Beltrum op te richten”, vertelt voorzitter Vincent Nijhof. De doelstelling oftewel de reden van oprichting was “met jongens met dezelfde ideeën een keer per maand op zondagmorgen gezamenlijk een ritje te maken”, vult eveneens liefhebber Stan Kok aan. “Een tochtje door de Achterhoek en dan zorgen dat je net na de middag weer terug bent zodat je de rest van de zondag zelf in kunt vullen. Je hebt ook wel clubs in de regio die de hele dag op pad gaan maar dat willen wij niet. Maar iedereen kan best van meer clubs tegelijk lid zijn.” “In de Achterhoek heb je er best wel veel. Ik ben zelf ook lid van de Kreidlerclub Oost Nederland in Neede”, zegt Nijhof. “Ik wil graag meer ritten rijden dan alleen de onze, en je krijgt zo veel mee over de hobby.” “Vaker rijden met mensen uit de club kan wel maar op eigen initiatief,” aldus Kok. “Als iemand op een mooie zomerse avond zin heeft om spontaan te gaan rijden gaat er een oproep in de groepsapp en wie komt, komt.” ‘Zorgen dat je net na de middag terug bent en zo de rest van de dag nog voor jezelf kunt invullen’

Regionaal

“Het rondrijden met de oldtimers is wel een mannendingetje maar toch hebben we ook twee vrouwelijke leden. Bromfietsclub Beltrum telt inmiddels zeventig leden overal uit de regio. Groenlo, Eibergen, Almen, Haaksbergen, Winterswijk. Alle merken mogen aansluiten. Als ze maar tweetakt zijn, niet zachter dan 40 kilometer per uur rijden en minstens 25 jaar oud zijn. Allemaal mensen met verschillende achtergronden met allemaal dezelfde hobby en interesse. De brommers zijn allemaal tiptop in orde. We hebben allemaal een eigen clubjas met het logo van onze club erop. In de Achterhoek reden de boeren in de flower power tijd allemaal Kreidlers. In het westen allemaal op Puchs. In het liedje ‘Oh oh Den Haag’ zingen ze dat nog,” lacht Bertus Krabbenborg. Naast de eigen activiteiten wordt de club ook nog wel eens uitgenodigd ter opluistering aanwezig te zijn met hun glimmende oldtimers. Onlangs mochten leden van de club met hun oldtimers opdraven om de introductie van de Brekr B4000, de eerste elektrische brommer uit de Achterhoek, in de DRU in Ulft, op te luisteren. Binnenkort doen we mee aan de Red Bull brommerrit in België. Gaan we daar met een aantal leden op vrijdag naar toe en zaterdag op de brommer, 185 kilometer,” verheugt Nijhof zich al. Als hij maar blijft vertellen over zijn passie glimmen zijn ogen van trots en blijdschap net als zijn Kreidler die hij op foto’s laat zien.

“Sommige jongens bunt nog gekker met hun brommer dan met de vrouwe.”

Bejaarden

“We zijn ook bij een bejaardencentrum in Winterswijk geweest om de bewoners een plezier te doen”, gaat Bertus Krabbenborg verder. “Daar zitten ook mensen met dementie tussen. Die wilden ze graag eens verrassen. Ze kwamen op het idee van onze brommers omdat de mensen zich dat vaak nog wel herinneren. Hebben we dat nog een beetje uitgebreid met muziek. Ik doe zelf wel eens iets van Jantje Koopmans en ons lid Nico Ressing uit Groenlo heeft met zijn accordeon de sfeer verhoogd. Het was grandioos. Gaat een dementerende man van 86 naar buiten, gaat op een Kreidler zitten. ‘Doar bun ik vrogger met miene vrouwe nog met noar Leiden hen ewest.’ Dat kon hij zich nog herinneren. Mooi toch.” “Ik zie het ook als een sociaal gebeuren,” ervaart Nijhof. “Als je ouder wordt dan worden sociale contacten minder. Dan moet je iets zoeken. Bij deze club zitten mensen van mijn leeftijd. Ik hoor veel verhalen van vroeger. Het is altijd gezellig. Het mooie is de lucht van de brommer, het geluid, de nostalgie en de muziek die erbij hoort.” De club heeft echter ook ‘jongere’ leden. “Een paar veertigers. Die hebben vroeger op een brommer gereden, en daarna de brommer ingeruild voor een auto. En toch begint het op een gegeven momentweer te jeuken. Hebben ze geld, kopen ze weer een brommer,” weet Kok.

Duim omhoog

Overal waar de club voorbijkomt wordt stilgestaan om te kijken naar de stoet oldtimers. De reacties zijn niet overal lovend. “In Nederland maak je wel eens mee dat mensen zeggen dat het stinkt”, weet Nijhof. “In Duitsland waren we een keer verkeerd gereden kwamen we dwars door Cochem. Stonden de Duitsers daar allemaal met de duim omhoog. Mooi was dat.”

Openingsrit

Draaiboek voor de openingsrit ligt klaar

Wanneer de openingsrit uiteindelijk door kan gaan is nog onzeker, maar het draaiboek ligt klaar. “Dan kan iedereen die wil meedoen”, vertelt Kok. “Bevalt het, dan word je lid, en anders even goede vrienden. Het is hobby. Je kunt twee keer gratis mee. We hebben een voorrijder en achteraan altijd een bezemwagen. We starten altijd bij Dute, drinken koffie en dan gaan we om 10 uur weg. Ook onderweg drinken we nog een keer koffie, met appelgebak. Na afloop bij Dute nog een biertje met een gehaktbal en dan naar huis. Een rit is ongeveer 80 kilometer lang. De ritten zetten we altijd zelf uit. Om beurten. We beginnen normaliter eind maart, en de laatste is in oktober, de Snertrit. Op Hemelvaartsdag gaan we normaal gesproken dauwrijden. Dit jaar niet dus, maar dat halen we wel in zodra het kan.